Winkelwagentje
Je winkelwagentje is leeg

Aantal:
0

Totaal:
0

Viertaktmotor (Ottomotor)

Deze animatie laat de meest gebruikte automotoren zien.

Leerjaren 3 – 12

MozaLink

/

Weblink

Scènes

Motor

Motor

  • motorblok - Het metalen blok met de bewegende delen van de motor.
  • versnellingsbak - Het past de transmissieverhouding van de motor naar de aandrijfas aan. Het verandert het aantal omwentelingen van de aangedreven wielen tijdens een omwenteling van de krukas. In lage versnelling is de output van de motor hoog, maar de snelheid laag. In een hoge versnelling is de auto sneller en gebruikt deze minder brandstof maar versnelt langzamer.
  • luchtfilter - Lucht stroomt de verbrandingskamer van de motor in, die de zuurstof voor de verbranding bevat. De lucht wordt gereinigd door dit filter.
  • inlaatspruitstuk - De lucht die nodig is voor de verbranding, stroomt de cilinder in via deze opening.
  • uitlaatspruitstuk - Uitlaatgassen worden uitgestoten door middel van deze pijp.
  • distributieriem - Verzendt de rotatie van de krukas naar de nokkenassen.
  • stroomverdeler - Zorgt voor de gecoördineerde werking van bougies.
Werking

Werking

  • inlaatpoort - Lucht stroomt de verbrandingskamer in - het deel van de cilinder boven de zuiger - via deze opening.
  • bougie - Ontsteekt het mengsel van lucht en benzine. Het ontstoken mengsel duwt de zuiger terug.
  • uitlaatpoort - Uitlaatgassen worden uitgestoten door middel van deze pijp.
  • inlaatklep - Het openen en sluiten wordt gecoördineerd door de beweging van de zuiger. Het opent in stap 1, wanneer de zuiger naar beneden bewogen wordt om een verlaging van druk in de cilinder te creëren waardoor het mengsel opgezogen wordt.
  • uitlaatklep - Het openen en sluiten wordt gecoördineerd met de beweging van de zuiger. Het opent in stap 4, wanneer de zuiger omhoog beweegt en de uitlaatgassen uitstoot.
  • zuiger - De wisselende beweging draait de krukas. De ontploffing van de brandstof dwingt deze naar beneden te schuiven. Vervolgens zorgt de traagheid van de geroteerde krukas ervoor dat het omhoog, omlaag en nogmaals omhoog beweegt. Daarna volgt nog een ontsteking.
  • cilinder - De verbranding dwingt de zuiger hierin naar beneden te bewegen.
  • drijfstang
  • krukas - De wisselende beweging van de zuiger zorgt ervoor dat de krukas roteert.
Stap 1

Stap 1

  • inlaatpoort - Lucht stroomt de verbrandingskamer in - het deel van de cilinder boven de zuiger - via deze opening.
  • bougie - Ontsteekt het mengsel van lucht en benzine. Het ontstoken mengsel duwt de zuiger terug.
  • uitlaatpoort - Uitlaatgassen worden uitgestoten door middel van deze pijp.
  • inlaatklep - Het openen en sluiten wordt gecoördineerd door de beweging van de zuiger. Het opent in stap 1, wanneer de zuiger naar beneden bewogen wordt om een verlaging van druk in de cilinder te creëren waardoor het mengsel opgezogen wordt.
  • uitlaatklep - Het openen en sluiten wordt gecoördineerd met de beweging van de zuiger. Het opent in stap 4, wanneer de zuiger omhoog beweegt en de uitlaatgassen uitstoot.
  • zuiger - De wisselende beweging draait de krukas. De ontploffing van de brandstof dwingt deze naar beneden te schuiven. Vervolgens zorgt de traagheid van de geroteerde krukas ervoor dat het omhoog, omlaag en nogmaals omhoog beweegt. Daarna volgt nog een ontsteking.
  • cilinder - De verbranding dwingt de zuiger hierin naar beneden te bewegen.
  • drijfstang
  • krukas - De wisselende beweging van de zuiger zorgt ervoor dat de krukas roteert.
Stap 2

Stap 2

  • inlaatpoort - Lucht stroomt de verbrandingskamer in - het deel van de cilinder boven de zuiger - via deze opening.
  • bougie - Ontsteekt het mengsel van lucht en benzine. Het ontstoken mengsel duwt de zuiger terug.
  • uitlaatpoort - Uitlaatgassen worden uitgestoten door middel van deze pijp.
  • inlaatklep - Het openen en sluiten wordt gecoördineerd door de beweging van de zuiger. Het opent in stap 1, wanneer de zuiger naar beneden bewogen wordt om een verlaging van druk in de cilinder te creëren waardoor het mengsel opgezogen wordt.
  • uitlaatklep - Het openen en sluiten wordt gecoördineerd met de beweging van de zuiger. Het opent in stap 4, wanneer de zuiger omhoog beweegt en de uitlaatgassen uitstoot.
  • zuiger - De wisselende beweging draait de krukas. De ontploffing van de brandstof dwingt deze naar beneden te schuiven. Vervolgens zorgt de traagheid van de geroteerde krukas ervoor dat het omhoog, omlaag en nogmaals omhoog beweegt. Daarna volgt nog een ontsteking.
  • cilinder - De verbranding dwingt de zuiger hierin naar beneden te bewegen.
  • drijfstang
  • krukas - De wisselende beweging van de zuiger zorgt ervoor dat de krukas roteert.
Stap 3

Stap 3

  • inlaatpoort - Lucht stroomt de verbrandingskamer in - het deel van de cilinder boven de zuiger - via deze opening.
  • bougie - Ontsteekt het mengsel van lucht en benzine. Het ontstoken mengsel duwt de zuiger terug.
  • uitlaatpoort - Uitlaatgassen worden uitgestoten door middel van deze pijp.
  • inlaatklep - Het openen en sluiten wordt gecoördineerd door de beweging van de zuiger. Het opent in stap 1, wanneer de zuiger naar beneden bewogen wordt om een verlaging van druk in de cilinder te creëren waardoor het mengsel opgezogen wordt.
  • uitlaatklep - Het openen en sluiten wordt gecoördineerd met de beweging van de zuiger. Het opent in stap 4, wanneer de zuiger omhoog beweegt en de uitlaatgassen uitstoot.
  • zuiger - De wisselende beweging draait de krukas. De ontploffing van de brandstof dwingt deze naar beneden te schuiven. Vervolgens zorgt de traagheid van de geroteerde krukas ervoor dat het omhoog, omlaag en nogmaals omhoog beweegt. Daarna volgt nog een ontsteking.
  • cilinder - De verbranding dwingt de zuiger hierin naar beneden te bewegen.
  • drijfstang
  • krukas - De wisselende beweging van de zuiger zorgt ervoor dat de krukas roteert.
Stap 4

Stap 4

  • inlaatpoort - Lucht stroomt de verbrandingskamer in - het deel van de cilinder boven de zuiger - via deze opening.
  • bougie - Ontsteekt het mengsel van lucht en benzine. Het ontstoken mengsel duwt de zuiger terug.
  • uitlaatpoort - Uitlaatgassen worden uitgestoten door middel van deze pijp.
  • inlaatklep - Het openen en sluiten wordt gecoördineerd door de beweging van de zuiger. Het opent in stap 1, wanneer de zuiger naar beneden bewogen wordt om een verlaging van druk in de cilinder te creëren waardoor het mengsel opgezogen wordt.
  • uitlaatklep - Het openen en sluiten wordt gecoördineerd met de beweging van de zuiger. Het opent in stap 4, wanneer de zuiger omhoog beweegt en de uitlaatgassen uitstoot.
  • zuiger - De wisselende beweging draait de krukas. De ontploffing van de brandstof dwingt deze naar beneden te schuiven. Vervolgens zorgt de traagheid van de geroteerde krukas ervoor dat het omhoog, omlaag en nogmaals omhoog beweegt. Daarna volgt nog een ontsteking.
  • cilinder - De verbranding dwingt de zuiger hierin naar beneden te bewegen.
  • drijfstang
  • krukas - De wisselende beweging van de zuiger zorgt ervoor dat de krukas roteert.
Bouw

Bouw

  • radiator - Tijdens de werking van de motor warmt het koelwater op. Vervolgens geeft het deze warmte af aan de omgeving.
  • motor
  • versnellingsbak - Het past de transmissieverhouding tussen de motor en de aandrijfas aan. Het verandert het aantal omwentelingen van de aangedreven wielen tijdens een omwenteling van de krukas. In een lage versnelling is de output van de motor hoog maar de snelheid laag. In een hoge versnelling is de auto sneller en verbruikt deze minder brandstof maar versnelt langzamer.
  • aandrijfas - Verzendt de roterende beweging van de krukas naar de wielen.
  • benzinetank - De brandstof die wordt gebruikt in de viertakt Ottomotor is benzine. Een belangrijke eigenschap van benzine is haar octaangetal. Hoe hoger dit aantal is, hoe hoger het kookpunt. Daarom kan het verder worden gecomprimeerd wat zorgt voor een grotere efficiëntie.
  • differentieel - Tijdens het draaien stelt het de aangedreven wielen in staat te rollen met verschillende snelheden.
  • aangedreven as - De rotatie van de krukas wordt overgebracht op de aangedreven as van de aandrijfas.
  • uitlaat - Uitlaatgassen worden uitgestoten door middel van deze pijp.
Cilinders

Cilinders

  • krukas - Wordt door de zuigers gedreven. De rotatie wordt overgebracht op de aangedreven as van de aandrijfas en de nokkenas van de distributieriem, die de kleppen bestuurt.
  • nokkenas - De rotatie zorgt voor de ritmische werking van de kleppen. Het wordt gecontroleerd door de krukas via de distributieriem.
  • zuiger - De wisselende beweging draait de krukas.
  • kleppen - Zij coördineren de inname van het mengsel van lucht en benzine, en de uitstoot van uitlaatgassen. Ze worden aangedreven door de krukas via de distributieriem.
Gesproken tekst Alles weergeven

We weten dat auto's aangedreven worden door motoren, maar hoe werken ze nou eigenlijk? De roterende beweging van de krukas van een motor wordt overgebracht naar de wielen van de aandrijfas. De versnellingsbak verandert het aantal omwentelingen van de aangedreven wielen tijdens een omwenteling van de draaias. In de lage versnelling is de output van de motor hoog maar de snelheid laag. In hoge versnelling is de auto sneller en gebruikt deze minder brandstof, maar versnelt hij langzamer.

Het meest gebruikte type motor in auto's is de viertakt Ottomotor.

De Ottomotor zet de wisselende verticale beweging van de zuigers om in de draaiing van de krukas. De krukas drijft de aandrijfas en de nokkenas aan via de distributieriem. De nokkenas bedient de kleppen die de brandstofopname en uitstoot van uitlaatgassen regelt door een gecoördineerde, ritmische manier van openen en sluiten.

De eerste stap is de inlaatslag. De zuiger beweegt omlaag en verlaagt de druk in de cilinder. De inlaatklep opent en een mengsel van lucht en brandstof stroomt vanuit de carburateur de cilinder in.

De tweede stap is de compressie. Zowel de inlaat- als de uitlaatklep zijn dan gesloten. De dynamiek van de krukas en het contragewicht zorgen ervoor dat de zuiger omhoog beweegt waarbij het mengsel van lucht en brandstof gecomprimeerd wordt waardoor de temperatuur omhoog gaat.

De derde stap is de arbeidsslag. De bougie ontsteekt het gecomprimeerde, verwarmde mengsel van lucht en brandstof. De explosie duwt de zuiger naar beneden.

De vierde stap is de uitlaatslag. De zuiger beweegt omhoog, de uitlaatklep opent en de uitlaatgassen worden uitgestoten.

Zoals je kunt zien wordt de lineaire beweging van de zuiger omgezet in de draaiende beweging van de krukas. De energie die nodig is om de zuiger te bewegen wordt geleverd door de verbranding van brandstof. De brandstof die gebruikt wordt in de viertakt Ottomotor is benzine. Een belangrijke eigenschap van benzine is het octaangetal. Hoe hoger dit aantal is, hoe hoger het kookpunt. Het kan daarom verder worden gecomprimeerd, wat resulteert in een grotere efficiëntie.

nfki_banner